De leerwerkboeken voor de domeinoverschrijdende (DO) en domeingebonden (DG) richtingen vertrekken allebei van dezelfde eindtermen: die voor de doorstroomfinaliteit. De onderwerpen die behandeld worden, de begrippen die gekend moeten zijn, etc. zijn om die reden dezelfde. Op dat gebied is het boek voor DO niet 'moeilijker' dan dat voor DG.
Het verschil situeert zich vooral in de mate van ondersteuning die geboden wordt. In sommige lessen in DG worden opdrachten wat stapsgewijzer aangepakt. Die extra ondersteuning wordt vooral geduid in de handleiding voor de leerkracht en is niet zichtbaar voor leerlingen in het leerwerkboek.
Een ander verschil is het taalmateriaal. Het bronmateriaal in het DO-boek durft al eens wat pittiger te zijn dan in het DG-boek (iets hogere informatiedichtheid, wat abstractere onderwerpen). Maar het bronmateriaal in beide boeken beantwoordt wel aan het niveau van de eindtermen. In de lerarenkit bij de DO- en DG-boeken wordt bij verschillende lessen aanvullend materiaal aangeboden, zowel ter verdere ondersteuning van sommige leerlingen (een extra stappenplan, een begeleidend schema bij een tekst, een alternatieve bron ...) als om extra uit te dagen (bv. een wat moeilijkere tekst). Op die manier kan je materiaal kiezen dat het best past bij jouw klas/een bepaalde leerling.
Als je met een DG-boek werkt, heb je via de lerarenkit ook steeds toegang tot het materiaal van DO, en omgekeerd.