Huiswerk saai? 7 tips om het anders aan te pakken

ALTERNATIEVE AANPAK 

1. Vakoverschrijdend huiswerk? Waarom niet! 

 Swish/floss die formules van driehoeksmeetkunde erin. Zo trainen je leerlingen hoofd en lijf tegelijkertijd. En dat is mooi meegenomen, want uit verschillende studies blijkt dat leerlingen te weinig bewegen. Bewegingstussendoortjes zoals deze swish/floss verhogen de concentratie, zorgen voor een break tijdens het studeren en zijn zelfs relatievormend. Wel een tip: oefen als leerkracht eerst even de beweging in voor je deze opdrachten geeft. Swishen lijkt eenvoudig, maar is echt niet simpel!  

Je kan ook een brug bouwen tussen andere vakken. Geschiedenis kan gemakkelijk gelinkt worden aan godsdienst of taal, wiskunde aan natuurwetenschappen of Frans aan muzikale opvoeding. En wat denk je van deze: een spreekbeurt over Brazilië, in het Engels. Of bedenk een creatieve schrijfopdracht gebaseerd op een kunstwerk.   

2. Moet huiswerk thuis gebeuren?  

 Waarom niet het laatste (half) uurtje van de schooldag gebruiken om (begeleid) huiswerk te maken, in de klas. Of het eerste lesuur van de volgende dag.Het voordeel? Leerlingen hebben geen extra werk thuis en kunnen vragen stellen aan de leerkracht. Daardoor worden de ouders ook minder belast. Geen uitspraken meer als ‘ik kon mijn huiswerk niet maken, want ik vergat mijn boek’ of ‘mijn taak ligt nog thuis”. En een rustig begin van de schooldag of een kalm einde? Dat is voor iedereen fijn.  

3. Link huiswerk aan een jaarthema 

 Werk je met ZILL (Zin in Leren, Zin in Leven) in het katholieke net? Koppel huiswerk eens expliciet aan een van de ontwikkelingsvelden. Laat leerlingen bijvoorbeeld bij ‘Mediawijsheid’ vlogs maken en beoordelen.   

Of leg een duidelijke link met het jaarthema van je school. Laat leerlingen al rijmend hun tafels leren. Het rijmpje kan je hen ook zelf laten maken. Schrijf samen een liedje over de vervoegingen van de werkwoorden. Of knutsel met de hele klas een toffe spreekwoordenbox om door te geven en aan te vullen. 

4. Gebruik een ander medium 

 Schrijven doen we op een blad, typen op de computer of de iPad. Geef de leerlingen eens een ander medium om op te werken. Laat hen met hun vingers in het zand tekenen of sommen maken met stoepkrijt. Schrijfletters oefenen? Dat kan ook op een aangedampte spiegel. In plaats van gevoelens uit te spreken, kan je die ook laten boetseren met een kneedgom. Zo leer je je leerlingen meer outsidethe box denken en hun creativiteit aanwenden. 

5. Differentieer ook in huiswerk 

 Differentiëren gebeurt al bijna automatisch in de les. Maar doe je dat ook met huiswerk? Of krijgen alle leerlingen nog steeds allemaal dezelfde opdrachten mee naar huis? Misschien geef je de ene leerling beter een rekentaak, terwijl een andere meer gebaat is met een aantal oefeningen op perspectieftekenen. Niet elke leerling is op hetzelfde moment klaar voor nieuwe leerinhoud of een moeilijkere oefening. Let op: de tijdsbelasting blijft voor alle leerlingen wel best hetzelfde.   

6. Laat leerlingen hun eigen huiswerk bedenken 

 In ervaringsgericht onderwijs baseren leerkrachten zich vaak op de interesses van de leerlingen. Ook voor het huiswerk. Wat als je leerlingen hun eigen huiswerk laat uitvinden? Geef hen de kans om iets uit te werken rond het weekthema, de actualiteit of een (les-)onderwerp, maar op een zelfgekozen (creatieve) manier. Zo kunnen je leerlingen hun eigen sterktes ontdekken, leren ze zelfstandig aan de slag gaan en hebben ze inbreng. Je zal verbaasd zijn over hun bedenksels en over wat je van hen kan leren.  

7. Kom uit je kot!  

Laat leerlingen op zoek gaan naar de leerinhouden uit de les, niet op het internet of in een boek, maar in De Wereld. Geef hen de opdracht een gebouw te bezoeken, te gaan kijken naar de aanleg van een nieuwe wijk of een concert bij te wonen. Zo zegt een museumbezoek meer dan duizend woorden over een kunststroming of kan de bouw van een brug aanschouwelijk maken hoe krachten op elkaar inwerken. Wat je ziet, blijft langer hangen dan wat je enkel leest. Ook dit is een manier van differentiëren, waaruit beelddenkers voordeel kunnen halen.