22 juni 2021
Een schoolbib, hoe begin je daar aan?
Een schoolbib, hoe begin je daar aan? Bibjuf Gitta geeft ons enkele tips!
Een eigen bib op school? Dat is niet vanzelfsprekend: het kost tijd, engagement én centen om zoiets op poten te zetten. Gelukkig heb je niet gigantisch veel ruimte en massa’s boeken nodig. Want een schoolbib kan ook klein beginnen. Lees verder en ontdek handige tips van Gitta Spaepen – na haar postgraduaat leescoach in Brussel is ze al vier jaar bibjuf in de openluchtschool Sint-Ludgardis in Brasschaat. Ze geeft er de leerlingen van het eerste tot en met het zesde leerjaar bakken – of beter boeken – goesting om te lezen.
“Onze schoolbib heeft volgens mij 7000 tot 8000 boeken”, zegt juf Gitta. “Om de twee weken komt elke klas hier een uurtje langs: lezen, luisteren en vooral genieten van boeken, taal en verhalen.” Zo een grote schoolbib staat er natuurlijk niet van vandaag op morgen, want de bib van de Sint-Ludgardisschool bestaat al lang, en begon klein.
Wie is bibjuf Gitta?
Gitta werkt twee dagen per week in de schoolbibliotheek. En daar doet ze echt veel. “Voor de kleinsten lees ik vooral voor. Want zo laat je de leerlingen van het eerste en tweede leerjaar makkelijk proeven van taal en boeken. Dat zijn vaak korte verhalen of boeken met veel prenten.” En ook de iets grotere leerlingen van het 3e tot en met het 6e leerjaar komen bij de bibjuf langs. “Bij hen lees ik ook nog voor hoor, maar ik probeer hen vooral uit te dagen met toffe initiatieven.”
Maak lezen interessant én plezant
We kregen van Gitta ook voorbeelden van toffe initiatieven en leuke tips om taal, boeken en lezen plezant te maken voor leerlingen. Zoals de ‘Blind Date’, waarbij de bibjuf hen een nieuw boek op een ludieke manier voorstelt. “Bij mij mogen de leerlingen ook vertellen over een goed boek dat ze thuis of op school lazen, zo stimuleren zij op hun beurt ook vriendjes en vriendinnetjes. En naast praten over boeken, kan je het ook over de schrijver hebben. Vaak is het zelfs zo dat leerlingen achteraf om nog meer boeken van dezelfde schrijver komen vragen. En ja, zo groeit een schoolbib natuurlijk.”
Maar hoe begin je nu aan zo’n bib op school?
“Begin kleinschalig”, dat is een belangrijke tip die juf Gitta ons geeft. Want niet elke school heeft ruimte voor een grote en aparte bib. Dus waarom start je niet met een leeskar? Een soort van kleine mobiele bib waarmee je van klas naar klas kan rijden. Of richt een stuk van de gang in als leesplek. Wat je ook doet, maak het uitnodigend voor de leerlingen: richt het tof in, en ga er af en toe met de klas of in groepjes heen. “Zorg dat het niet vrijblijvend is voor de leerlingen, maar nodig ze uit en stimuleer hen om te lezen.”
Klein budget? Geen probleem
In de Sint-Ludgardisschool voorzien ze elk jaar budget voor nieuwe boeken. Maar dat kan lang niet overal. “Ga met je leerlingen naar de openbare bib. Die organiseren vaak ook tal van toffe projecten om lezen voor kinderen leuk te maken. Je kan er ook terecht voor
boekenpakketten die je voor langere tijd mag lenen.” Toch centjes nodig? In deze Brasschaatse school organiseerden ze een boekenbeurs met sponsors. Een percentage van de opbrengst ging naar nieuwe boeken. Slim, toch?
Lezen, lezen en nog eens lezen
Kinderen in contact laten komen met taal is enorm belangrijk. Daarom gaf bibjuf Gitta nog
enkele handige tips voor andere juffen en meesters:
-
Leerrijk én rustgevend: een manier om de kleinsten met lezen en taal in contact te brengen – en ja, misschien ook om wat stilte in een refter van 300 kinderen te krijgen – is voorlezen tijdens de middag.
-
Ga er samen voor: het leesbeleid in je school moet door een team gedragen worden, het is een ook-verhaal: laat kinderen lezen in de schoolbib, en ook in de klas, en ook thuis, en ook …
-
Doe eens gek: zet een caravan (of werfkeet) vol boeken op de speelplaats. Maak het plezant voor de leerlingen. “Ik nam ooit kikkergeluiden op om te laten horen toen het ging over Meester Kikker van Paul van Loon”. Improviseer!
-
Geef zelf het goede voorbeeld: lees mee in de klas, volg nascholingen en leer bij over lezen. Praat er tijdens ouderavonden over. Misschien is het tijd om er een pedagogische studiedag aan te wijden?
-
Ieder zijn leesvoer: een kind dat echt niet graag leest, geef je best geen dik boek. Alternatieven? Moppenboeken, weetjes, strips … En waarom geen luisterboeken voor de zwakkere lezers? Die zijn ook heel handig om anderstalige kinderen de juiste klanken aan te leren.
-
Zoek en vind: je hoeft zelfs niet ver te zoeken, overal krijg je inspiratie. De Taalkanjers, Iedereen Leest, voorleesweek, jeugdboekenmaand … De lessuggesties liggen voor het rapen.
Nog een boekentip om af te ronden
“Mijn favoriete boek?”, geen makkelijke vraag voor juf Gitta, want het zijn er veel. Maar als ze eentje mag kiezen … “dan is het ‘Toen mijn vader een struik werd’ van Joke van Leeuwen. Ze maakt een hard thema als oorlog toch passend voor kinderen. Met humor, taalmopjes en beelden. Ideaal voor kinderen van het 4e en 5e leerjaar.”
Wist je dat in De Taalkanjers ‘lezen’ plezant en vaak aan bod komt? Ja, want dankzij de leuke werkvormen in de methode én de focus op plezierlezen in elk thema, komen leerlingen er volop mee in aanraking. Wat denk je? Klaar om De Taalkanjers te ontdekken ? Ontdek er hier alles over!