5 december 2018
ADHD, wat doe ik er mee?
Uitgeverij Plantyn
ADHD, wat doe ik er mee?
Elke leerkracht komt het tegen, een leerling met ADHD. Toch is het niet altijd duidelijk wat dat nu precies wilt zeggen. Moet ik de leerling anders behandelen? Hoe moet ik hem/haar aanmoedigen? Hoe kan ik zorgen dat hij/zij zich ondanks de moeilijkheden toch goed voelt in mijn klas en evenveel bijleert? Je hebt er net als met alle andere kinderen het beste mee voor en je zou het liefst hebben dat hij/zij zich niet anders voelt.
Het is de normaalste zaak van de wereld dat je vragen hebt als het aankomt op lesgeven aan kinderen met ADHD. Weet dat je er niet alleen voor staat. Wijs geeft je alvast enkele goede tips.
1. ADHD kan zich op veel manieren uiten.
ADHD heeft niet zomaar één oorzaak. Als je iets niet begrijpt of de leerling gedrag stelt dat ongewoon is, maak je dan niet meteen zorgen. Blijf het kind als kind zien en niet als ‘probleemgeval’. Jouw houding bepaalt ook hoe de leerling reageert en als hij/zij zich anders voelt dan de rest van de klas zal het zich makkelijker anders gedragen.
2. Leren concentreren.
Het is niet omdat het kind ADHD heeft dat concentratie uitgesloten is. Constructiespeelgoed (lego, meccano), taal -en denkspelletjes, geheugentraining of bewegingsoefeningen waar je hen leert bewust zijn van hun lichaam zoals yoga kunnen helpen. Elke leerling is anders dus geef niet te snel op met zoeken naar een aanpak die werkt. Herhaling is daarbij belangrijk!
3. Eén per Eén.
Vermijd veelvuldige prikkels en laat het kind 1 opdracht tegelijk uitvoeren. Geef ook niet te veel huiswerk in één keer. Zorg ook voor duidelijke instructies, structuur en geef genoeg tijd zodat hij of zij zich vertrouwd kan maken met opdrachten.
4. Doseer je kritiek.
Vermijd te veel kritiek na elkaar. Zodra de leerling zich geviseerd voelt of in een neerwaartse spiraal terecht kom verhoog je de kans dat het een breekpunt zal bereiken. Doe ook niet het omgekeerde en grijp niet automatisch naar ADHD als oorzaak, hij of zij zal dat dan ook doen en dat is erg nefast voor zijn of haar houding. Kalmte is belangrijk dus zorg voor momenten waarop zowel jij als het kind tot rust kunnen komen.
5. Het ligt niet aan de leerling én niet aan jou.
Overtuig jezelf ervan dat je ADHD niet kan wegnemen. Het heeft niets te maken met jouw aanpak. Denk ook niet dat het kind niet wil of niet gemotiveerd is om zich aan te passen. Het sukkelt zelf evenveel met de symptomen en sociale gevolgen.
6. Benadruk de goede kwaliteiten van het kind.
Focus niet op het probleem. Zorg dat je complimenten geeft over wat het goed doet, het maakt een wereld van verschil. Ga op zoek naar de sterke punten van het kind en geef dat de voorgrond in de manier waarop je met het kind spreekt. Hoewel het last heeft van ADHD, mag het geen deel worden van zijn of haar identiteit. Positief blijven is de boodschap!
7. Je bent niet alleen.
Vergeet zeker niet dat er in jouw school waarschijnlijk al heel wat regels zijn rond het werken met kinderen met ADHD en dat sommige van je collega’s hier misschien al ervaring mee hebben. De ouders van het kind kunnen je ook tips geven.
Met goede communicatie kom je dus al heel ver! Ondersteun ook collega’s die lesgeven aan een kind dat kampt met ADHD als het nodig is. Samen kunnen jullie elke leerling een mooie toekomst geven, ADHD of niet!